“Weet je wat echt graag zou willen? Echt kunnen voelen. Je weet wel, dat ik erbij kan blijven. Dat het er mag zijn. Ik druk het altijd meteen weer weg of zo. Geen idee hoe dat precies werkt. Maar het voelt alsof ik er niet echt bij kan. Het is zo eng. Ik weet niet wat ik dan moet doen. Is het gek als ik dat zo zeg?”
Terwijl ik haar observeer, bewegen haar schouders op en neer. Handen gespannen in haar schoot. Benen strak gekruist. Haar borst iets ingetrokken en een zoekende blik die naar een oplossing zoekt in mijn ogen.
Er ontstaan een prachtige vertraagde sessie op de tafel waarbij de weerstand om te verzachten welkom is.
Zodra ik mijn handen onder haar hoofd leg, zie ik dat er van alles in haar borstgebied in beweging komt. Ik zie en voel een zachtjes trillen. Kleine schokjes bij het hartgebied. Er ontstaat een kleine frons tussen de wenkbrauwen van mijn client.
“Adem,” zeg ik zachtjes.
Ik verplaats mijn handen. Een hand onder haar hoofd. De ander leg ik zacht op haar hart. Onmiddellijk draait haar hoofd naar rechts zodat haar gezicht tegen mijn arm leunt. Ze stopt opnieuw met ademen. Ik laat het even gebeuren en nodig haar vervolgens uit om weer te ademen. Heel langzaam zie ik een traan in haar ooghoek omhoogkomen.
“Tis al goed. Laat maar komen.”
Er komen meer stille tranen.
“Wat gebeurt er?” vraag ik zachtjes.
“Je raakt me in mijn hart.”
“En hoe is dat?”
Ze knikt zachtjes.
“Heel fijn.”
“Heb je het gemist?”
Ze knikt opnieuw.
“Is het eng?”
“Een beetje.”
“Mag het een beetje eng zijn? Tis ook alweer zo lang geleden dat je er was.”
Ze knikt en ik zie een prachtige glimlach verschijnen.
Tranen beginnen te stromen en het hart begint te smelten.